Een viltnaald is een scherpe naald met weerhaakjes aan de zijkanten. Als je de naald heen en weer beweegt door wol, gaat de wol vervilten. Het werken met de viltnaald wordt ook wel droogvilten genoemd.
Hoe gebruik je de viltnaald?
Je prikt met de viltnaald in de wol. Steek net zo lang heen en weer tot je werk voldoende vervilt is en dus vast zit. Gebruik de viltnaald altijd in combinatie met een schuimrubber matje of dikke schuurspons. Je legt het schuimrubber op tafel, je wol/viltwerk erop en gaat dan prikken. Dit is om te voorkomen dat je naald breekt.
Tip: steek de naald in met een hoek van 45 graden en haal de naald er net zo schuin uit als je hem hebt ingestoken. Ga niet wrikken.
Tip: gebruik de viltnaald met droge wol
Tip: probeer ook eens andere vezels mee te vilten: zijde, hennep, restjes naaigaren..
Waar gebruik je de viltnaald voor?
- Je kunt tweedimensionale (platte) objecten vilten. Bijvoorbeeld een schildering maken op een ondergrond van vilt.
- De viltnaald is ideaal om bijvoorbeeld een hart te maken in een bloem van vilt, meeldraden vast te zetten of om plukken geschoren wol toe te voegen aan een viltkunstwerk.
- Je kunt de viltnaald gebruiken om driedimensionale figuren of objecten te maken, zoals een balletje, paddenstoel of dieren.